Voorzitter Taskforce Energietransitie Economic Board Zuid-Holland & decaan faculteit Technische Natuurwetenschappen TU Delft
Nederland heeft een gedroomde uitgangspositie voor een belangrijke rol in de mondiale waterstofeconomie. Waterstof is een cruciaal puzzelstuk op de weg naar een klimaatneutrale wereld, en stelt ons toekomstig verdienvermogen veilig. De aanwezigheid van wind op zee, het innovatieve ecosysteem met toonaangevende kennisinstellingen, de sterke maakindustrie, de Rotterdamse haven, de aanwezigheid van industriële en chemische clusters en een gasinfrastructuur op land en zee – dit alles maakt het in Zuid-Holland op grote schaal importeren, produceren en toepassen van waterstof mogelijk. Het buitenland kijkt hier met jaloezie naar. Tegelijk zien we dat onze uitmuntende uitgangspositie nog onvoldoende benut wordt. Terwijl de ingrediënten en, niet onbelangrijk, motivatie bij de belangrijkste spelers er wél zijn. Daarom hebben de sleutelpartijen uit de toekomstige waterstofketen de handen ineen geslagen. Samen bouwen we hier een waterstof ecosysteem, vertellen we over de grote kansen die Zuid-Holland hierin biedt en maken we duidelijk wat er moet gebeuren om die kansen te benutten. Wat we duidelijk willen maken is dat Nederland als geheel, en de regio rondom de haven van Rotterdam in het bijzonder, aan de basis staat van een waterstofketen die diep Europa in gaat. Belangrijk dus vanwege de grote rol die voor waterstof wordt voorzien in de nieuwe economie, en cruciaal voor het verduurzamen ervan. Ter illustratie: momenteel gebruikt de industrie rondom de haven zo’n 400 kiloton aan grijze waterstof op jaarbasis. Binnen 30 jaar zal het volume van waterstof dat via Rotterdam binnenkomt, gebruikt wordt in de eigen industrie, en doorgevoerd wordt naar andere industrieën en sectoren in Europa niet alleen met factor 50 groeien naar 20 miljoen ton, maar ook nog eens volledig schoon worden geproduceerd. Dat is nogal een ommekeer, en dat vraagt een behoorlijke gezamenlijke inspanning. We roepen er met ons verhaal toe op om dat goed te organiseren en daarbij te bouwen op de basis die we gelukkig al hebben.
De transitie naar waterstof vereist grootschalige projecten, die op meerdere vlakken moeilijk in elkaar te puzzelen zijn. Zowel de financiering als implementatie ervan zijn langdurige trajecten, vaak ook nog omgeven door onzekerheden over wet- en regelgeving. Enerzijds wil je een voorloper zijn in de ontwikkelingen om straks je kennis en kunde op het gebied van waterstof internationaal te vermarkten. Tegelijk moet er op het gebied van kostenreductie, innovatie van nieuwe en opschaling van bestaande technologieën nog het een en ander gebeuren. Daarin zitten knelpunten die alleen door samenwerking en voortdurend afstemmen opgelost kunnen worden. Een gezamenlijke ambitie zoals Zuid-Hollandse partijen in Europe’s Hydrogen Hub hebben opgetekend helpt daarbij, zeker als we daarmee vervolgens daadkracht kunnen mobiliseren.
In het buitenland worden de kansen die waterstof biedt voor de economie en samenleving beter op waarde geschat. Duitsland heeft 9 miljard euro en Frankrijk 7 miljard euro gereserveerd voor waterstof, en onlangs presenteerde Duitsland 62 grote waterstofprojecten waarin het die miljarden gaat investeren. Daarnaast worden regels en staatssteunrichtlijnen soepel en flexibel toegepast om waterstof binnen de eigen landsgrenzen te kunnen produceren. De aangekondigde, relatief bescheiden publieke investeringen in Nederland, en een onnodig strenge nationale implementatie van de Europese regels, steken daar schril bij af. Op deze manier wordt het steeds lastiger voor internationale bedrijven om hun grote electrolysers (die waterstof produceren) in Nederland neer te zetten. Het gevolg is dat benodigde investeringen in waterstof niet in Nederland terechtkomen, noch de bijbehorende innovatie-ecosystemen, bedrijvigheid en directe en indirecte werkgelegenheid.
Paulien Herder
Op korte termijn is het daarom belangrijk om het voorbeeld van Duitsland en Frankrijk te volgen en bedrijven te laten zien dat Nederland daadwerkelijk wil zijn wat het eigenlijk al is: dé waterstofhub van Europa. Dat betekent miljarden investeren. Allereerst via de Europese staatssteunmogelijkheden, maar vooral door te investeren in grootschalige pilots, demonstratieprojecten én de opschaling daarvan. Idealiter gaat het Nationaal Groeifonds daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Ook als het gaat om het invoeren van Europese regels, moeten we niet achterblijven ten opzichte van Duitsland en Frankrijk.
Tot slot moet de open acces waterstofbackbone en de internationale uitrol van deze backbone in Noordwest-Europa gerealiseerd worden. De buisleidingenbundel vanuit Rotterdam naar Chemelot en Noordrijn-Westfalen is hierbij cruciaal.
Zonder deze interventies kan geen enkele private partij investeringen in waterstofproductie in Nederland rond rekenen en zullen onze gedroomde electrolysers over de grens gebouwd worden. Ik zou de nieuwe minister dan ook adviseren om het gat tussen ambities en beleid te dichten, om te voorkomen dat private waterstofinvesteringen naar het buitenland vertrekken. Als we nu niet ingrijpen kunnen we de Nederlandse economie niet verduurzamen en vernieuwen en verdwijnt het Nederlandse klimaatdoel achter de horizon.
Het ontwikkelen van een waterstofeconomie is essentieel om de klimaatdoelen te realiseren. Dat lukt niet zomaar. We moeten hiervoor hele nieuwe waardeketens ontwikkelen en de ontwikkeling van de nieuwe systemen is zeer kostbaar.
Lees meer...
Oh nee, totaal niet. In de afgelopen jaren heeft onze industrie al aangetoond projecten uit te voeren die het energieverbruik verminderen en ook de uitstoot reduceren. De focus ligt, naast veiligheid, meer dan ooit op het vernieuwen van ons energiesysteem voor mens en planeet. Lees meer...